Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
goal - (doel, doelpunt)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdamgoal zn. ‘doel, doelpunt’ P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpengoal [doel(punt)] {1901-1925} < engels goal < middelengels gōl [eindstreep, grens], oudnoors gil [ravijn]. Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
J. van Donselaar (1989), Woordenboek van het Surinaams-Nederlands, Muiderberggoal (de, -s), (ook:) wicket bij bat-en-bal*. Voor dit spel heeft men een bal, een bat* en drie of vier stokjes van ca 50 cm lengte nodig. De laatste worden op enkele centimeters afstand van elkaar in de grond gestoken, zodat de bal niet tussen twee van hen door kan. Op ca 10 m afstand van de aldus gevormde ’goal’ wordt een lijn getrokken (Nekrui 23). - Etym.: Vgl. E goal = doel. Thematische woordenboeken
N. van der Sijs (2005), Groot Leenwoordenboekgoal (Engels goal)
L. Koenen, R. Smits (1992), Peptalk, De Engelse woordenschat van het Nederlandsgoal [gool] 1. doel; 2. doelpunt. Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015goal ‘doel(punt)’ -> Indonesisch gol ‘doel(punt); succes hebben; (Bahasa Prokem) de gevangenis ingaan’; Jakartaans-Maleis gól, góól ‘doel(punt)’ (uit Nederlands of Engels); Javaans gul ‘doelpunt’; Madoerees gōl ‘doel(punt)’ (uit Nederlands of Engels); Menadonees gol ‘doel(punt)’ (uit Nederlands of Engels); Minangkabaus gol ‘doel(punt)’ (uit Nederlands of Engels); Petjoh gol ‘doel(punt)’ (uit Nederlands of Engels); Sranantongo gowl ‘doel(punt)’. Dateringen of neologismen
F. Bakker, E. van Ruijsendaal, P. Uljé, D. van Zijderveld, Vindpunt.nl – elektronisch doorzoekbare Woordenlijst Overbodig Engels met Nederlandse tegenhangers, uitgebreide en verbeterde voortzetting van de boekuitgaven Funshoppen in het Nederlands (2009) en Op-en-Top Nederlands (2015)goal zn. Ontleend aan het Engels. N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamgoal doel(punt) 1903 [Aanv WNT] <Engels Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |