Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
de- - (voorvoegsel)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdamde- voorv. P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpende- [voorvoegsel in woorden van fr. of lat. herkomst met de betekenis ‘van boven naar beneden, weg van, geheel en al, ontkenning’] {in bv. devocie 1265-1270} < frans dé-, oudfrans de- of < latijn de-, vgl. oudiers di, welsh y (voorzetsel), welsh, cornisch, bretons di- (voor een werkwoord) [van, weg]; in enkele gevallen stamt frans dé- via oudfrans des- van latijn dis- [uiteen]. Thematische woordenboeken
N. van der Sijs (2005), Groot Leenwoordenboekde- (Latijn de-)
P.H. van Laer (1949), Vreemde woorden in de natuurkunde, Groningen/Batavia.De- (Lat.; praep. = van… af, van… uit; en eerste lid in samenstellingen; voor klinkers des-). In samenstellingen betekent de-: 1. een verwijdering of scheiding; 2. een richting van boven naar beneden; 3. een te kort schieten of ontbreken, een ontkenning van het hoofdbegrip; 4. een versterking van het hoofdbegrip. Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015de- ‘voorvoegsel met ontkennende betekenis: ont-’ -> Indonesisch dé- ‘ont-’. Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |