Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
demissionair - (aftredend, ontslag genomen hebbend)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdamdemissionair bn. ‘aftredend, ontslag genomen hebbend’ EWN: demissionair bn. 'aftredend, ontslag genomen hebbend' (1879) P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpendemissionair [aftredend] {1926-1950} < frans démissionnaire, van démission [ontslag] < latijn demissionem, 4e nv. van demissio [het laten zakken], van demittere (verl. deelw. demissum, vgl. demitteren). Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015demissionair ‘aftredend’ -> Indonesisch démisionér ‘aftredend’. Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamdemissionair aftredend 1929 [KWT] <Frans Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |