Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
pauk - (slaginstrument)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdampauk zn. ‘slaginstrument’ P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenpauk [keteltrom] {1717} < hoogduits Pauke, middelhoogduits puke, buke, wel klanknabootsend gevormd. J. de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leidenpauk znw. v., eerst nnl. < nhd. pauke, in het mhd. pūke, būke dat wel het best als een klankwoord zal te verklaren zijn. N. van Wijk (1936 [1912]), Franck's Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, 2e druk, Den Haagpauk znw., nog niet bij Kil. Evenals de. pauke uit nhd. pauke v. < mhd. pûke, bûke v. “pauk”. Misschien onomatopoëtisch. Minder wsch. is verwantschap met pok: oorspr. bet. “opgeblazen voorwerp”. Nog andere — onwsch. — hypothesen zijn voorgeslagen. Thematische woordenboeken
N. van der Sijs (2005), Groot Leenwoordenboekpauk (Duits Pauke)
Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015pauk ‘slaginstrument’ -> Zweeds puka ‘slaginstrument’ (uit Nederlands of Nederduits). Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdampauk slaginstrument 1717 [WNT] <Duits Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |