Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
watt - (elektrische eenheid)Etymologische (standaard)werken
P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenwatt [elektrische eenheid] {1894} genoemd naar de Schotse uitvinder James Watt (1736-1819). Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
G.J. van Wyk (2003), Etimologiewoordeboek van Afrikaans, Stellenboschwatt s.nw. S.P.E. Boshoff en G.S. Nienaber (1967), Afrikaanse etimologieë, Die Suid-Afrikaanse Akademie vir Wetenskap en Kunswatt: eenheid v. elektriese krag/vermoë; intern. wd. uit Eng. watt na Skotse ingenieur, James Watt († 1819). Thematische woordenboeken
N. van der Sijs (2005), Groot Leenwoordenboekwatt (Engels Watt)
T. Beijer en C.G.L. Apeldoorn (1996), Woordenboek van medische eponiemen, Houtenwatt: elektrische eenheid van vermogen, gelijk aan 1 joule/sec, of: de arbeid, verricht door een stroom van 1 ampère bij een spanning van 1 volt. De eenheid is genoemd naar de Schotse werktuigkundige James Watt (1736-1819). E. Sanders (1993), Eponiemenwoordenboek: Woorden die teruggaan op historische personen, Amsterdamwatt, elektrische eenheid van vermogen
Dr. Wilhelm Siemens werkte al ruim twintig jaar aan de verbetering van de stoommachine toen hij op 26 augustus 1882 tijdens een vergadering van de Royal Society in Londen voorstelde: ‘Een andere eenheid die ik aan de lijst zou willen toevoegen is die van vermogen. Het vermogen dat vrijkomt door een stroom van 1 ampère bij een potentiaalverschil van 1 volt. Het zou toepasselijk zijn dit een Watt te noemen, ter ere van James Watt.’ Het zat er dik in dat dit voorstel geen problemen zou opleveren. De Schotse werktuigkundige James Watt [1736-1819] had met zijn vergaande verbetering - en niet uitvinding, zoals zo vaak wordt beweerd - van de stoommachine een onschatbare bijdrage geleverd aan de industrialisatie van Groot-Brittannië. Bovendien was zijn naam al in de Franse spreektaal doorgedrongen: een trambestuurder of machinist werd (en wordt) daar wattman genoemd, een begrip dat ook in oude Nederlandse woordenboeken voorkomt. Ook een tweede voorstel van dr. Siemens werd met algemene stemmen aangenomen. De hoeveelheid arbeid die door een stroom van 1 ampère in een draad met 1 ohm weerstand in 1 seconde wordt verricht, werd naar de Engelse natuurkundige James Prescott Joule [1818-1889] voortaan joule genoemd. Overigens vlogen geleerden elkaar in 1943 in het wetenschappelijke tijdschrift Nature in de haren over de vraag hoe dit woord nu eigenlijk moest worden uitgesproken: als djoeleof sjoele. De strijd werd beslist door nazaten van de natuurkundige, die verklaarden zich djoele te noemen, maar dit kon niet voorkomen dat Nederlanders dit heel anders uitspreken. Sinds 1970 wordt joule in plaats van calorie gebruikt als rekeneenheid voor de voedingswaarde van spijzen. Dat dit in negen van de tien woordenboeken nog niet is doorgedrongen is typerend: de omschrijvingen van natuurkundige eenheden zijn vaak cryptisch, onduidelijk of ronduit verwarrend. Zo vermeldt Van Dale uitdrukkelijk dat de voltampère ‘wegens de zogenaamde arbeidsfactor’ niet gelijk is aan de watt. Volgens de Grote Koenen is de voltampère juist wel gelijk aan de watt. Overigens kan men de woordenboeken dit soort onduidelijkheden niet echt kwalijk nemen: tot voor kort werden er vier verschillende standaarden door elkaar gebruikt. Bovendien worden eenheden met regelmaat bijgesteld. Zo werden de volt en de ohm per 1 januari 1990 zo veel verhoogd dat talloze wetenschappelijke meetapparaten moesten worden aangepast. L. Koenen, R. Smits (1992), Peptalk, De Engelse woordenschat van het Nederlandswatt [wot] eenheid die het tempo uitdrukt waarin energie ergens aan wordt afgegeven of onttrokken. Bijv. een lamp van 100 watt moet per seconde 100 joules aan elektrische energie toegevoerd krijgen. Genoemd naar James Watt (1736-1819), mede-uitvinder van o.a. de stoommachine. P.H. van Laer (1949), Vreemde woorden in de natuurkunde, Groningen/Batavia.Watt. Practische eenheid van stroomeffect, arbeidssterkte of vermogen; genoemd naar Watt (1736—1819), die het eerst de paardekracht heeft ingevoerd als eenheid van arbeidssterkte. Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015watt ‘elektrische eenheid’ -> Indonesisch wat ‘elektrische eenheid’. Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamwatt elektrische eenheid 1894 [WNT] Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |